Zondagmis vanuit mijn Kluis

Wat voor een rare snuiter nog, heeft 't spreekwoord uitgevonden:

"De tijd vliegt snel, gebruikt hem wel!" Heeft die 't wel ondervonden?

De tijd vliegt snel! Denkt het eens aan: drieduizend en meer stonden,

in ieder slepend, eindeloos uur, gemeten in seconden!


En weet gij wat een stond wel duurt, als gij hem ziet verlopen

en gulzig op het einde wacht, om weer opnieuw te hopen?

Een stond... dat is een trage pad, die langzaam komt gekropen,

hij tuurt een heele poos u aan, eer hij is afgedropen.


Een stond... ontrolt een film voor 't oog, van dagen uit het leven,

waarop voor elken levensstond, g' een levensjaar zoudt geven,

maar ook van dagen van verdriet, van kommer en van beven

en ach... die zitten soms te vast in 't herte ingeweven!


De tijd kruipt traag, hij vordert vaag in vierentwintig uren,

wanneer g' op elken stond daarvan u blind maar zit te turen.

De tijd kruipt traag, de tijd duurt lang... Hoe lang moet hij nog duren

zoo eenzaam en zoo futloos lam, tusschen vier naakte muren?


Zondagnamiddag 12 april 1942