't Zijn de vrêuwen !

Wie komt 's morgens vroeg eerst uit 't bed,

't zijn de vrêuwen !

Door wie wordt de cafe gezet,

Door de vrêuwen !

Wie moet luist'ren naar 's mans gewijl,

't zijn de vrêuwen !

Wie leeft er meest op zijn gemak,

't zijn de mannen !

Wie heeft altijd centen op zak,

't zijn de mannen !

Wie reklameert op g'heel den boel,

't zijn de mannen !

Wie slaat er nog bij op ons smoel,

't zijn de mannen !

Wie laat 't eten aanbranden waar 't staat ?

(geen woorden)

Wie vertelt er kommeerenpraat ?

(geen woorden)

Wie vindt er zijn paart op de buis ?

(geen woorden)

Wie es 't er 't slachtoffer in huis

(geen woorden)