In de korte golflengte

26-10-1943

Aan mijn vrienden Luyckxkens

Ik kom het daar zooeven door mijn venster op te merken voor de eerste maal... 't Staat er wel: "In de Korte golflengte" - bij Kamiel, coiffeur.

'k Ben nu van mijn eerste verbazing bekomen en er gaat me een licht op... Die Kamiel is gewoonweg een grappenmaker. Hij heeft er eigenlijk niets ergs mee bedoeld, en hoe meer ik er op nadenk, hoe klaarder ik ga inzien dat die benaming voor de kapperszaak ten slotte een soort van geniale vinding is. Die Kamiel heeft iets weg van een pionier, een soort voorlooper van de na-oorlorgsche grap, zooals men die in de toekomst zal moeten verstaan.

Wie kloeg nu over het gebrek aan fijngeestigheid in den humor van ons Volk?... Ziet u nu wel, daar krijgt u reeds de woordspeling in den firmanaam en de uihangsborden der handelszaken na den oorlog. Dat belooft een lekker pleziertje te worden!...

Dus niet langer van die treurige, notarisernstige opschriften meer, waarbij alleen soms de familienaam van den ondernemer toevallig een beetje klaarte bracht. Wat had u eraan dat de zaak van uw kruidenier gekend was onder den naam: "In 't Rabot"? Wat verband lag er, ik vraag het u, tusschen 't droog-geschiedkundig uithangbord en de stroop of den peper die men er afwoog? Gelukkig maar, indien de handelaar toen toevallig Suykerbuyck heette!... Van wat vernuft sprak voor den takabswinkel: "In het Moorken"? Alsof de negers per definitie met een sigaar in den mond op de wereld komen. Noemde de man achter de bank dan niet toevallig "Dikkop", of was de familienaam van de vrouw niet "Pruymke", dan had gij aan het bezoeken van zulk een zaak geen ander genoegen tenzij de zekerheid van er uw speldengeld te laten.

Geef mij dan maar liever de nieuwe, de geestige, de sprekende opschriften, naar het voorbeeld van Kamiel. Waar de voorbijganger dan iets aan heeft, waaraan hij eens moet denken, gelijk aan de oplossing van een kruiswoordenraadsel, maar waarbij nadien zich het genoegen voegt van de verkneukelende pret:

"In den zegel nr. 15", zal het heeten in mijn na-oorlogsche kruidenierszaak. Iedereen zal natuurlijk terstond het verband vatten met de vroegere welbekende bevoorraadingsmogelijkheden. "In het Rabarberblad" heet het bij mijn tabaksverkooper en dat zal al evenmin verklaring vragen. Het beroemde koffiehuisje " 't Galgenhuisje" krijgt voortaan het opschrift: "Twee graden onder nul" en het uihangbord der niet min bekende "Kuip van Gent" wordt vervangen door het misschien wat brutaal maar veelzeggende: "Het urinaal". De thans zoo vaak kleur- en opschriftlooze zuivelwinkels zullen terdege prijken met sprekende uithangborden als: "In 't Pompken" of "In de Doopvont". Terwijl de slagers op efficiente manier den aard van hun zaak doen kennen door titels die loopen van: "Het in 't donker geknepen Katje" tot het "In 't zwartgeslagen zwijn".

Waarachtig, de geestigheid van Kamiel uit "De Korte Golflengte" is aanstekelijk en gevaarlijk, men weet wel wanneer men er aan begint, maar men vermoedt niet zoodra waar het eindigen zal!...

De kaasboer steekt uit "In de Krijtgroeve", de schoenwinkel "De Laars" wordt omgevormd in "De Steltlooper", de wol- en breigoedwinkel wordt "De vloeibare Kous", de witgoedwinkel heet "In 't papieren Hemdje" en de kleermakerszaak zal voortaan " 't Verloren Paradijs" genoemd worden.

Het voorrecht der sprekende opschriften moet overigens niet tot enkele volksche zaken beperkt blijven, ook de betere klasse mag van de algemeene jolijt genieten. Ik zie bijvoorbeeld niet in waarom de boekhandel niet zou mogen heeten "In de permanente Leugen", of waarom een reukwerkzaak niet zou uithangen "In 't overgebleven stukje van den Dom"? Ik voor mij, zou heel goed begrijpen dat een muziekhandel als opschrift koos " In Bomben über England" ofwel "In 't zoekgeraakte lied over ein kleiner Mann".

Wel zeker! Waarom zou een zaak in meelspijzen zooals macaroni en spaghetti en in fijne Zuidervruchten bijvoorbeeld niet genoemd worden "In den Keizer van Ethiopië" of "In 't vaantje naar den wind" of iets dergelijks. Ik geef toe dat het verband inspanning vraagt, maar 't is ook bedoeld voor de "betere klasse".

Hoe meer ik mij wentel in den rijkdom der metaphoren, hoe meer het mij begint duidelijk te worden dat Kamiel een nieuwe formuul gevonden heeft voor na-oorlogsch optimisme. Ik beeld me ons dagbladen al in verschijnende in een reeks geestige vindingen die zich zullen bewegen tusschen titels in den aard van "Het Slaapdrankje", "Het Laatste Weermachtsbericht", "Het totaal Brutoregisterton", "Het Land der Achtmillioen Bandieten", "Het Spookleger", "De weerwraaksmaatregel" en andere koddige dingen die de lezer 's morgens bij zijn surrogaatje... -hé, ik bedoel natuurlijk "bij zijn kopje koffie", 't is immers na-oorlogsch- prettig zullen stemmen.

Aan mijn pleintje ontbrak nog een standbeeld, thans is die leemte makkelijk aan te vullen: "Aan Kamiel -De uitvinder der Korte Golflengte". Maar dat men het in 't brons make, dan kan het bij de volgende gelegenheid ook voor iets anders dienen.

Misschien komen de menschen dan wel op 't idee een reuze-uithangsbord te laten maken, van dezelfde geestige soort voor ons aardbolletje: "In den langzamen dood". Als 't groot genoeg is, zoodat men het van de andere hemellichamen af kan lezen, dan zult ge eens zien hoe 't maantje zal lachen!

2 October 43